Historie van de kerk

Geschiedenis

In de vroege middeleeuwen stichtten kloosterlingen, afkomstig uit het Essen (nabij het Groningse Haren), een kapel in Kropswolde.  In de loop van de eeuwen hebben er echter veel veranderingen plaatsgevonden; in het midden van de 14e eeuw werd de kapel vervangen door een kerk, die tot de Reductie dienst deed als parochiekerk. Deze kerk werd in 1773 gesloopt vanwege instortingsgevaar, waarbij alleen de vrijstaande toren van de oude kerk gespaard bleef. In hetzelfde jaar werd er nog een nieuwe kerk gebouwd, onder verantwoordelijkheid van Geert Bonsema. Uiteindelijk werd de toren in 1888 ook afgebroken en werd de huidige toren tegen de westmuur aangebouwd. De gescheurde luidklok werd door Gebr. Van Bergen omgesmolten tot een nieuwe klok voor in de nieuwe toren.

De huidige kerk is een eenvoudige, driezijdig gesloten zaalkerk en staat op een kerkhof. De muren worden gestut door ingezwenkte steunberen die niet tot aan de dakrand doorlopen. De relatief kleine rondboogvensters in de muurvlakken tussen de steunberen geven de kerk, in combinatie met de niet al te grote toren, een plomp voorkomen. De toren is gebouwd in een eclectische stijl, waarbij elke geleding een eigen karakter heeft.

Binnen zien we een eenvoudige ruimte, afgesloten met een houten tongewelf. In de vloer van de kerk vinden we een zerk uit 1826 van Ds. Hermannus van Ittersum en twee stenen met wapens van de familie Scaffer. In de jaren ’50 van de vorige eeuw werd het interieur gesloopt en de opstelling van het meubilair sterk gewijzigd; de oude Louis XV preekstoel werd vervangen door een toendertijd modern exemplaar. In 1986 werden het interieur en exterieur van de kerk en toren gerestaureerd, waarbij de monumentale preekstoel met klankbord uit 1800, afkomstig uit de in 1984 afgebroken kerk van Weiward, een nieuwe bestemming in de kerk van Kropswolde.